Onze 800m mannen Hannes Agache en Wout Vanbelleghem kwamen eerst aan de beurt. Zoals gevreesd werd het een tactische wedstrijd. Na een doorkomst aan de 400m in +- 57” volgde een snellere tweede ronde. Hannes kon zich in een goede positie handhaven. Wouter zat iets verder. Op 200m van het einde werd de eindsprint ingezet. Hannes kon de derde positie veroveren en leek die te zullen houden. Maar kort voor de aankomstlijn werd hij nog gepasseerd. Zo viel Hannes met een mooie vierde plaats net naast het podium. Wout liep weer een sterke laatste 100m en finishte als zesde. Dat biedt mogelijkheden voor de volgende jaren. De tijd van Hannes : 1’52”74; de tijd van Wout 1’53”16.
Dan was het aan onze sterkste spurter van het ogenblik Lars Herreman. Op de 100m zou het moeilijk worden om een medaille te pakken. Op de 200m kon een medaille nauwelijks mislopen worden. In de 100m zagen we het klassieke scenario. De eerste 10m van Lars zijn niet ‘legendarisch’, maar eens op snelheid is er geen houden aan. Lars remonteerde de een na de ander en eindigde in 10”88 als vierde, net in dezelfde tijd als de derde. De bronzen medaille op de 100m was dus gaan vliegen. Maar niet getreurd, in de 200m zou dit rechtgezet worden. Lars kreeg baan 7 toegewezen en dat zinde hem wel. Hoe dichter bij de buitenbaan, hoe minder scherp de bocht. Lars startte hier sterk en moest na 100m nog enkel Jonathan Borlée en Julien Watrin (ex finalist op WK jeugd) voor zich dulden. Gezien Lars altijd heel sterk finisht wisten we dan al dat de bronzen plak binnen was. Met 21”38 (+1.5m/s) liep Lars een seizoensbeste. Mooi zo !
Op de 3000m steeple was Mathijs Casteele aan de beurt. Voor het eerst waagde Mathijs – onze beste afstandloper – zich aan een 3000m steeple. De eerste ronden verliepen wat moeizaam. In een groep atleten de balken en de waterbak passeren vraagt wel wat ervaring. Nogal wat energie ging zo verloren. Maar halfweg koers verliep alles veel vlotter. De passages aan de hindernissen verliepen veel beter. En zo eindigde Mathijs op een knappe zevende plaats in 9’20”67. Dat is iets meer dan een seconde sneller dan wat jongere broer en junior Steven enkele weken geleden presteerde. Mits een betere hordentechniek kan er voor Mathijs binnen een korte periode wel een halve minuut afgaan.
Intussen was ook onze speerwerper Gunther Spillebeen in aktie. Hij haalde vlot 30m26 en werd zo elfde. Niet slecht voor zijn debuut op een Belgisch kampioenschap op dit nummer.
KKS is heel tevreden met de sterke resultaten. Een 3e, twee 4e, een 6e en een 7e plaats op deze hoogstaande kampioenschappen staat niet mis. Jammer dat een aantal van onze atleten dan nog met kwetsuren thuis moesten blijven …
In de omkadering van dit BK werden alle Olympische Belgen gehuldigd. Samen met Gaston Roelants, Roger Moens en Rosine Wallez mocht ‘onze’ Godfried Dejonckheere op het erepodium. Wist u dat onze KKS’er Godfried deelnam aan 3 Olympische Spelen. In Montreal (1976), Seoel (1988) en Barcelona(1992). In 1980 miste Godfried de limiet met 1 minuut, en dat op wedstrijdtijden van ongeveer 4 uren. Tussendoor werd hij ook 10e en 9e op de Wereldkampioenschappen in Rome 1987 en Tokio 1991. Hij kreeg de Fair Play prijs van het BOIC en won tweemaal de Gouden Spike (1989 en 1991), een bekroning van de beste Belgische atleet van het hele seizoen.
Een straffe kerel en een voorbeeld voor iedereen…