Voor velen was het een eerste kennismaking met de indoorpiste als kersverse cadetten. Enkele waren wat overdonderd door de gehele entourage van een kampioenschap. Ze kregen de vrijheid om zelf hun 2 nummers te kiezen en dit bleek alvast moeilijk. Zij krijgen als cadet nog een algemene training, specifieke trainingen wachten hen over 2 jaar, eens ze scholier zijn. De 2de jaars hadden hiervan geen last en keerden met tal van nieuwe persoonlijke records naar huis.
Olivier Denolf : kogel – 9m66 – zilver; 400m – 1’01”29 – nieuw PR
Lander Durnez : 800m – 2”38”7; ver – 3m81
Niels Kesteloot : 60m Horden - 9”37 : zilver ; 60m reeksen - 7”83; 60m finale - 7”84: zilver
Niels Laevens : 60m Horden - 11”82 : nieuw PR; 200m - 29”36: nieuw PR
Simon Lahaye : hinksstapspringen – 7m94 – zilver; 400m – 1’13”62
Alana Piepers : 800m - 3’19”4 ; kogel - 5m51
Liesel Vandekerkove : 200m - 32”14 ; kogel - 6m32
verslag Patrick
Spurtgroep brengt 7 medailles mee naar Kortrijk.
We trokken met een grote groep richting Gent. Het indoorseizoen is een meenemertje als voorbereiding op het zomerseizoen en aldus deden sommige ongewone combinaties of lastige die op andere kampioenschappen niet zijn toegestaan. Ieder had zijn wedstrijden gepland tot plots een bericht van de VAL in de mailbox kwam gevallen : de reglementering over combinatie die niet zijn toegestaan op Vlaamse en Belgische kampioen ook moest gevolgd worden op het provinciaal kampioenschap. Na het inwinnen van informatie, bleek geen enkel reglement op provinciaal hier over te bestaan. Tot op zondagmorgen, dag van de wedstrijd wist men niet hoe het aan te pakken. De atleten zouden alvast de geplande dubbels lopen, mogen of niet. Zondag rond 10u kwam het bericht dan toch dat het reglement niet van toepassing was op het provinciaal kampioenschap.
Vooral waren de meeste scholieren meisjes opgelucht, die meeste hadden alles gepland op een 200m en 400m om te zien voor welk nummer ze het best zouden inschrijven voor het Vlaams kampioenschap.
Eerst mochten de scholieren hun 60m reeksen afwerken, Marie Lagae tikte 9”30 op de klok, in dezelfde reeks liet Annelies Deswarte 9”63 optekenen. Op de 200m kleurden de reeksen goed geel-rood. In de sterkste reeks kwamen Amiena Callens en Kelly Deloddere aan de start. Beiden liepen een persoonlijk record van resp 28”00 en 28”35, bovenop nam Amiena beslag op een bronzen plak. In de volgende reeks van 5 kwamen er 3 KKS’ers aan de start, Lotte Vanneste deed een duik onder de 30” met 29”38, daarna kwam Annelies in 31”56 gevolgd door Marie in 32”59.
Amiena was nog op medaillejacht, ze wilde die op de 400m en die kwam er, een zilveren met een meer dan behoorlijke 63”62, Kelly volgde in 65”71 en ook Lotte werkte de 400m af in 68”09.
Bert Goethals hoopte op 2 nieuwe persoonlijke records en vooral een duik onder de 8”00 op de 60m en die kwam er ruim met 7”82, op de 200m viel hij net naast het podium, maar zette als reekswinnaar een knappe 25”21 neer.
Bij de juniors vrouwen kwamen er 2 nieuwe persoonlijke records op de tabellen, voor reekswinnares Céline Van Acker een 8”45 en voor Laurence Clays 9”05. Op de 200m deed Céline nagenoeg een seconde minder dan haar vorig persoonlijke besttijd, 27”84 tov 28”81 vorig jaar. Laurence daarentegen liep net dezelfde tijd 29”95.
Dan aan de grote jongens, Jon Huyghe en Bavo Vanneste gaven de voorkeur aan hun hogere studies, wat begrijpelijk is. De andere waren present, sommige luidkeels aangemoedigd door de kleine spruit Jutta, voor de andere spaarden de meisjes hun keel niet in het supporteren. Ingmar Herreman herstellend van een verkoudheid besliste pas zondagmorgen effectief deel te nemen als een training en hoopte dus op niet veel.
Op de 60m kwam Lars Herreman in dezelfde reeks uit als trainingsmakker Nikola Invernizzi van HC Oostende, men kon eigenlijk niet van een reeks spreken, maar een finale, de latere medaillewinnaars zaten allen al in dezelfde reeks. Lars kwam in de reeks als 3de over de streep in een zeer goede 7”19, in de finale deed hij nog beter en lietmet 7”15 een nieuwe besttijd noteren en kreeg bovenop een zilveren plak. De zoveelste broederstrijd kwam er pas op de 200m. Lars liet Ingmar zijn hielen zien in een zeer knappe 22”31 wat goud opleverde, Ingmar was al heel tevreden met zijn bronzen 22”78. Ook Günther Spillebeen kwam aan de start in de 200m en klokte af na 27”36 dit vanuit de moeilijke baan 1.
Er werd niet alleen gelopen, maar ook gestoten met de kogel. Vooreerst kwam seniore Katrien Wuyts in de ring om de 4kg-kogel 6m en 78cm ver te stoten. De jongens Günther en Joachim Zephirin moesten het doen met een kogel van 7kg260g, geen klein bier. Günther stootte het zwaargewicht naar een bronzen plak die op 7m24 lag, Joachim had “pap” in de armen, hij kwam niet verder dan 6m02.
De afsluiter van een lange dag, was weggelegd voor Ingmar die na vele jaren zich nogmaals waagde aan een 400m indoor, de ambitie was niet te hoog gesteld, zo laat mogelijk “doodvallen” was de enige opdracht. Er kwam veel meer uit de bus, een knappe 52”52 met daar boven op een zilveren medaille en helemaal niet uitgeput. Hij had zich wat teveel gespaard in de eerste 200m.
verslag Ingmar (een tevreden trainer van een gemotiveerde bende)